De Zeeuwse kreeft uit de Oosterschelde, Grevelingen, Veerse Meer en Voordelta behoort tot de Europese soort. De Federatie van Beroepsvissers heeft een aantal regels opgesteld die een duurzaam gebruik van het kreeftenbestand moeten garanderen.
Het vangstseizoen loopt van 1 april tot 15 juli. Er mogen alleen mannelijke exemplaren aan wal worden gebracht. De vissers maken bij alle kreeften kleiner dan 24 cm met een revolvertang een gaatje in de staart en zetten ze terug.
De visserij op Zeeuwse kreeft is een duurzame visserij. Er zijn drie manieren om de kreeft te vissen.
Een manier is met korven deze korven zijn van kunststof buis en netwerk gemaakt en worden aan een lijn van ongeveer 25m om de 2m vastgemaakt en met een anker in de dijk vast gezet, voor zien van een blaas met het visnummer. De korven worden geaasd met visafval. Ze worden iedere dag gelicht en opnieuw geaasd.
De tweede manier is met staand wand of wargaren, dit net is ook van kunststof gemaakt (nylon of perlon). Het is ongeveer 80cm hoog en 100 meter lang, met een lood pees aan de onderzijde en drijvers aan de bovenzijde. Daartussen bevindt zich een fijn mazig net, hier in lopen de kreeften zich vast. Dit net wordt aan twee zijden vastgezet met ankers en voorzien van een joon en blaas met visnummer. Deze netten kunnen meerdere dagen blijven staan en worden met de hand of powerblok aan boord gehaald.
De derde manier is met schiet fuiken, deze fuiken zijn ongeveer 80cm hoog en voorzien van een schutwand van 5 meter lang en een normale fuik. Ze worden met 10 stuks aan elkaar vast gemaakt, verzwaard en voorzien van twee ankers met joon, blaas en visnummer. Deze fuiken kunnen ook meerdere dagen blijven staan en worden met de hand of rol binnen boord gehaald.